Governance
De toezichthoudende taken bij de Kunsthal worden vervuld door een Raad van Toezicht (RvT). Bestuur en toezicht verhouden zich tot elkaar conform het RvT-model, zoals beschreven in de Governance Code Cultuur (2016). De RvT is verantwoordelijk voor de instandhouding en continuïteit van de Kunsthal en vervult ten opzichte van de statutair directeur-bestuurder de werkgeversrol.
Binnen het kader van de jaarlijks door de RvT vastgestelde begroting is de directeur-bestuurder belast met het algemeen beleid, de strategie, programmering, organisatie van tentoonstellingen, marketing en communicatie, educatie en fondsenwerving/sponsoring. De zakelijk directeur is mede belast met het algemeen beleid en de strategie en daarnaast met governance en de algemene bedrijfsvoering (onderhoud, veiligheidszaken, personeel, financiën, horeca en winkel). In het algemeen ziet de RvT er op toe dat directie en staf op adequate wijze invulling geven aan de doelstellingen van de Kunsthal, zoals van tijd tot tijd in nauwe samenspraak tussen de RvT en de directie vastgesteld. De RvT stelt de jaarrekening vast.
De RvT is in 2018 vijf maal bijeengekomen. De voorzitter van de RvT en diverse RvT commissies worden door de directie regelmatig geïnformeerd over de gang van zaken. De RvT bespreekt met de directie de plannen die de organisatie ontwikkelt op inhoudelijk en financieel gebied. Op de expertise van de individuele raadsleden wordt regelmatig een beroep gedaan.
De Kunsthal bedankt accountant Mazars voor de bewezen diensten.
SAMENSTELLING RVT IN 2018
De RvT van de Kunsthal bestaat in 2018 uit zes leden inclusief de voorzitter. Bij het opstellen van een voordracht voor een nieuw lid gaat de RvT uit van een profielschets waarin de meest gewenste deskundigheden en andere kwalificaties zijn opgenomen.
- De heer Drs. A.J.M. Schakenbos (1957), voorzitter bestuurder Vestia
- De heer V.S. Mentzel (1945), voormalig staffotograaf NRC Handelsblad
- De heer S. P. Lubbers (1967), directeur van de Hollandia Groep
- Mevrouw Drs. B. E. M. Tetteroo (1969), lid Raad van Bestuur van Achmea
- De heer Drs. D.J. A. Dokman (1971), CCO CX Company
- De heer Mr. P.J.M. Drion (1947), partner Van Traa Advocaten N.V. (t/m 31/11/2018)
- Mevrouw Mr. B. Sabourian (1976), general counsel Nedspice Group (vanaf 01/12/2018)
De RvT als geheel beschikt over algemene en over meer specifieke, voor een museale instelling gewenste, competenties zoals: kennis van de culturele sector, financiële deskundigheid, commerciële kennis, technische/ict kennis, affiniteit met “het Rotterdamse”, een breed netwerk in het bedrijfsleven en de overheid, en ervaring met de besturing en inrichting van non-profit organisaties. Daarbij streeft de RvT naar diversiteit in zijn samenstelling met betrekking tot achtergrond, leeftijd, geslacht en competentie. Bij de invulling van nieuwe vacatures zal hier zeer specifiek op worden gelet.
De RvT kent een rooster van aftreden dat enerzijds doorstroming bewerkstelligt en anderzijds de continuïteit van het toezicht garandeert. De leden van de RvT worden benoemd voor een periode van vier jaar met een mogelijkheid voor herbenoeming van nog 4 jaar. De leden van de RvT zijn onbezoldigd. In 2018 is de heer Drion afgetreden en mevrouw Sabourian heeft hem opgevolgd. Zij heeft, evenals de heer Drion, een juridisch profiel. De RvT verwacht in 2019 de opvolger van de heer Mentzel te benoemen.
CULTURAL GOVERNANCE
De Governance Code Cultuur (2016) wordt door de RvT als richtlijn gebruikt bij het evalueren van zijn werkzaamheden en de samenwerking met de directeur/bestuurder. De in de code beschreven principes en ‘best practices’ worden toegepast. In september heeft voorafgaand aan de vergadering de externe zelfevaluatie plaatsgevonden. Deze is uitgevoerd onder begeleiding van het Nationaal Register. Voorafgaand aan de evaluatie is door de leden van de RvT en de directeur een vragenlijst ingevuld die heeft gediend als input voor het gesprek. Van de evaluatie is een verslag gemaakt waarin ontwikkelpunten zijn opgenomen. Zo werd aanbevolen om de taken van de commissies vast te leggen in charters/statuten en om de visie op toezicht en de governance code als vast onderdeel van de vergaderingen op te nemen.